Zodra een nieuwe tabel is ingevoegd of de cursor in een bestaande tabel wordt geplaatst, verschijnt er een speciaal tabblad Tabel, waarin alle tabelfuncties zijn opgenomen.
Breedte
De knop 'Breedte' schakelt tussen twee opties: automatisch en volledig. Hiermee kan de weergave van de tabel als geheel worden gewijzigd:
- Volledig: zorgt ervoor dat de tabel op het scherm paginabreed wordt weergegeven. Bovendien wordt er op de achtergrond (in de xml-structuur) een attribuut voor 'paginabreed' in de tabel opgeslagen. (Of dit attribuut ook echt gebruikt wordt bij het publiceren, is afhankelijk van de stylesheet die uiteindelijk wordt toegepast).
- Automatisch: hierbij is de tabelbreedte afhankelijk van het aantal kolommen en de invulling van de kolomkoppen. Meer tekst zorgt voor een bredere tabel.
Rij
Plaats de cursor in een rij en klik op de knop 'Rij'. U kunt dan: een rij ervoor en erna invoegen, de rij verwijderen, de rij omzetten naar een tabelkop en een tabelkop omzetten naar een gewone rij.
Kolom
Plaats de cursor in een kolom en klik op de knop 'Kolom'. U kunt dan: een kolom ervoor en erna invoegen, de kolom verwijderen en kolombreedtes instellen.
Kolombreedtes instellen
Onder de knop 'Kolom' zit de functie 'Breedtes instellen'. Hiermee kunt u in een dialoogscherm per kolom de gewenste breedte instellen.
In het voorbeeld hieronder is voor kolom 1 de waarde 20% ingevuld. Die kolom wordt daardoor 'vast gezet'; de overige kolommen worden automatisch verdeeld over de overgebleven ruimte.
U kunt zelf bepalen welke kolommen u vast wilt zetten, door op het icoontje aan de rechterkant te klikken, of door zelf een waarde in te vullen.
Via de knop Reset kunt u de gewijzigde waarden terugzetten naar de invulling die er stond toen u het dialoogscherm opende.
Via de knop 'Annuleren' kunt u de hele actie ongedaan maken.
Cel
Plaats de cursor in een cel en klik op de knop 'Cel'. U kunt dan: de cel splitsen in twee rijen of twee kolommen, de cel samenvoegen met een andere cel en de uitlijning van de tekst in de cel instellen (horizontaal en verticaal).
Randen
Er kunnen allerlei randen (lijnen) in en om een tabel worden aangebracht, zowel enkel als dubbel. Plaats de cursor in de tabel of in een specifieke rij, kolom of cel en klik op de knop 'Randen'. U kunt dan:
- op tabelniveau: randen aanbrengen rondom de tabel en alle kolommen en/of alle rijen ineens een scheidingslijn geven
- op kolomniveau: een rand rechts aanbrengen en voor de hele kolom rijscheiders aanbrengen
- op rijniveau: een rand onder de rij aanbrengen
- op celniveau: een rand links, rechts, boven en/of onder aanbrengen.
Ten slotte kunt u op alle genoemde niveaus de randen weghalen en voor de hele tabel ineens alle randen verwijderen.
