Weergaven wijzigen

Afbeelding

 

Het tabblad Controleren bevat een reeks knoppen waarmee weergaven kunnen worden gewijzigd. De meeste knoppen staan standaard uit. De werking is zodanig dat de laatste keuze wordt vastgehouden. Als bijvoorbeeld de spellingcontrole uit staat, dan blijft hij uit totdat je hem zelf weer aan zet.

Als de aangeduide weergaveknoppen (net als de knoppen voor Verwijderde tekst en Wijzigingen) alleen lichtblauw wordt weergegeven, staan ze uit:

Afbeelding

Als deze knoppen met een schaduwrand worden getoond, betekent dit dat ze aan staan:

Afbeelding


Verwijzingen

Met de knop 'Verwijzingen' kan worden gewisseld tussen de normale en de uitgebreide weergave van verwijzingen. Zie voor uitleg over de weergave van verwijzingen de paragraaf 'Bijzonderheden over verwijzingen'.


Opmerking

Met de knop 'Opmerking' kan worden gewisseld tussen het wel en niet tonen van de opmerkingvelden in de rechtermarge.


Metadata

Met de knop 'Metadata' kan worden gewisseld tussen het wel en niet tonen van de metadatavelden in de rechtermarge.


Spellingcontrole

Met de knop 'Spellingcontrole' kan de spellingcontrole aan en uit worden gezet. Als de spellingcontrole aan staat, worden niet-herkende woorden op het scherm rood onderkringeld weergegeven. Zie de paragraaf 'Spellingcontrole'.


Trefwoorden

De knop 'Trefwoorden' is bedoeld om gemarkeerde trefwoorden in de tekst wel of niet te tonen. Standaard staat deze knop uit. Zie de paragraaf 'Vakgebieden en trefwoorden toekennen'.

 

Vergelijkingen

De knop 'Vergelijkingen' is bedoeld om wettekstverschillen wel of niet te tonen. Zie de paragraaf 'Aangehaakt commentaar: wettekstverschillen tonen'.


Regeleinden

Met de knop 'Regeleinden' kan worden gewisseld tussen het wel en niet tonen van regeleinden en vaste spaties. Als deze functie aan staat, worden voor alinea's (d.m.v. een pijltje) en alineablokken (d.m.v. het enter-teken) getoond waar ze eindigen. De vaste spaties worden dan weergegeven door een rondje (voor numspace) en een puntje midden op de regel (voor non breakable space).

Afbeelding

 

Kopniveau

Met de knop 'Kopniveau' kan worden gewisseld tussen het wel en niet tonen van niveau-aanduidingen voor de koppen die in de tekst voorkomen. Als de functie aan staat, worden in de linkermarge cijfers getoond voor elke kop, waarmee het structuurniveau (1, 2, 3, ...) van die kop wordt aangeduid. Bij alineakoppen wordt een A in plaats van een cijfer getoond.

Het kan voorkomen dat een kop leeg is (maar wel in de onderliggende codering aanwezig is). Ook dan wordt een niveaucijfer in de marge getoond.

 

Deze cijfers en letters zijn uitsluitend bedoeld als controlemiddel om de opbouw van de koppenstructuur te kunnen volgen en controleren. Ze worden niet opgeslagen en standaard staat de knop uit (zijn de aanduidingen niet zichtbaar).

Afbeelding